Skip to content

Rense Corten

Computational sociology, social networks, and cooperation

Menu
  • About me
  • Blog
  • Research
    • Social Network Analysis with Stata
  • Teaching
Menu

Kanttekeningen bij “De kloof is wit”

Posted on 06/09/2012

In het artikel “De kloof is wit” in De Volkskrant van 1 september 2012 boren journalisten Martin Sommer en Tjerk Gualthérie, samen met socioloog Jaap Dronkers en geograaf Josse de Voogd een interessant en belangrijk sociologisch probleem aan (zie o.a. hier).  Ze laten aan de hand van kleurrijke kaartjes zien dat er een flinke sociale kloof bestaat tussen verschillende groepen autochtone (“witte”) Nederlanders, zodra men allochtonen buiten beschouwing laat. Zo is te zien dat de PvdA in de randstad vrijwel nergens meer de grootste partij is, als gecorrigeerd wordt voor allochtone stemmers. Sommer et al.  doen dit niet zonder wetenschappelijke pretentie: er worden stevige theoretische en empirische beweringen gedaan, gebaseerd op grootschalige data en met gebruik van wetenschappelijke methoden, en er is zelfs door twee gerenommeerde sociale wetenschappers aan het artikel meegewerkt.

In de wetenschap is het echter gebruikelijk dat onderzoekresultaten, voor zij gepubliceerd worden, eerst aan het kritisch oordeel van onafhankelijke vakgenoten blootgesteld worden (“peer review”). Dat de auteurs er in dit geval voor gekozen hebben het peer-reviewproces over te slaan is jammer, want een kritische vakgenoot zou toch wel wat kanttekeningen gezet hebben.

Ik vat de mijne hieronder samen:

  1. Hoewel in het stuk veelvuldig uitspraken worden gedaan over individuen (“de bakfietsende GroenLinkser”) , gaan de analyses allemaal over geografische eenheden, over het algemeen gemeenten. Hier ligt een probleem op de loer dat ook wel de “ecologische fout” heet. Hierbij wordt er stilzwijgend vanuit gegaan dat kenmerken die op gemeenteniveau correleren (opleiding, stemgedrag, etc.) dat ook wel op het individuele niveau zullen doen. Dat hoeft echter in werkelijkheid niet zo te zijn. Volgens dezelfde redenering werd ooit gedacht dat het vooral de werklozen waren die in vooroorlogs Duitsland op Hitler gestemd hadden: in regio’s met veel werklozen was de steun voor de NSDAP immers groter. Bij nadere inspectie, met meer gedetailleerde data, bleken het juist de werkenden in de regio’s met veel werklozen geweest zijn zijn die Hitler aan de macht geholpen hadden. Iets dergelijks zou hier ook aan de hand kunnen zijn, hoewel niet noodzakelijkerwijs.
  2. De statistische methode die Sommer et al. gebruiken om te “corrigeren” voor de kenmerken van allochtonen in een gemeente is wel erg plat. De auteurs gaan hierbij uit van landelijke gemiddelden voor allochtonen, daarbij aannemende dat het gedrag van allochtonen in elke gemeente hetzelfde is. De impliciete aanname hierbij is dat de aanwezige verschillen tussen gemeenten veroorzaakt worden door ofwel de aanwezigheid van allochtonen, ofwel door verschillen in het gedrag van autochtonen. De te bewijzen stelling, namelijk dat er grote verschillen tussen autochtonen zijn, wordt het op deze manier wel erg makkelijk gemaakt. Dat deze methode soms tot merkwaardige resultaten leidt beschrijven de auteurs zelf al in hun verantwoording: voor sommige gemeenten levert de methode negatieve criminaliteitscijfers voor autochtonen op! Hun eigen voorbeeld laat daarmee zien dat het mogelijk is dat hun “correctie” de verschillen tussen autochtone groepen soms overdrijft. In andere gevallen is het denkbaar dat verschillen tussen autochtonen juist onderschat worden; het hangt er allemaal van af hoe groot de gemeentelijke verschillen tussen allochtonen in werkelijkheid zijn. Het excuus van de auteurs dat gedetailleerde gegevens over allochtonen niet voorhanden zijn is wat te makkelijk: als een methode duidelijk dubieuze resultaten oplevert moet je haar misschien gewoon niet gebruiken.
  3. In enkele gevallen worden de soms vergaande beweringen uit het artikel nauwelijks onderbouwd met gegevens uit het onderzoek. Dit geldt bijvoorbeeld voor de claim dat “de bakfietsende GroenLinkser wel een arme allochtoon kent, maar geen PVV-stemmer”, in een alinea die begint met “Hoe staat het in Nederland met de ontmoetingen…?”. In werkelijk hebben de onderzoekers helemaal geen ontmoetingen gemeten, want zij kijken alleen naar gemiddelden op gemeenteniveau, en in enkele gevallen op wijkniveau. Natuurlijk is het zo dat ruimtelijke segregatie contact tussen bevolkingsgroepen moeilijker maakt, maar om dit gelijk te generaliseren naar “kennen” en “ontmoeten” gaat wel erg ver.
  4. Tot slot de titel: “De kloof is wit”. Deze kop suggereert op zijn minst dat DE kloof wit is en niet iets anders, bijvoorbeeld arm-rijk, zwart-wit, zwart, of wat dan ook. Dat is echter nu juist wat het onderzoek niet kan laten zien, omdat het zich uitsluitend richt op de “witte” bevolking. Op zijn best kan het onderzoek laten zien dat er een kloof binnen “wit” bestaat, maar hoe die zich verhoudt tot andere mogelijke kloven is hier niet onderzocht.

Ik wil hier niet beweren dat er van de conclusies van Sommer en co-auteurs niets klopt, maar gezien bovenstaande kanttekeningen is de stellige toon van het artikel zeker niet gerechtvaardigd. Aandacht voor wetenschappelijk onderzoek in de krant is prachtig, maar liever pas na peer review.

Uiteraard heb ik bovenstaande kritiek ook naar De Volkskrant gestuurd, maar die koos ervoor die niet te plaatsen. Daar kan ik op zich prima mee leven, maar het argument vond ik wel erg merkwaardig:

“Het is een wetenschappelijke kritiek op een journalistiek artikel. Behalve de vermenging van beide genres is de kans ook erg groot dat het over de hoofden van de lezers heengaat, zoals dat heet.”

Dit vind ik erg flauw, en in zeker zin zelfs valsspelerij. Het stuk beroept zich wel degelijk op een wetenschappelijke insteek om beweringen te onderbouwen, maar als je daar als wetenschapper kritiek op hebt, is het ineens “journalistiek” en daarmee immuun voor wetenschappelijke kritiek? Het is kiezen of delen! Juist in een dagblad dat door een breed lekenpubliek gelezen wordt zouden wetenschappelijke resultaten alleen gebruikt mogen worden als die voldoen aan wetenschappelijke kwaliteitseisen (en dus peer-review), want dat lezerspubliek hecht een bepaald vertrouwen aan het label “wetenschappelijk”. Dat vertrouwen ondermijn je door resultaten te publiceren die in deze vorm de toets van peer-review waarschijnlijk niet zouden doorstaan, en helemaal als je als redactie dan ook nog wetenschappelijke kritiek bewust uit de krant houdt. Ik zal voortaan op “onderzoek” gebaseerde stukken in De Volkskrant toch met een ander oog lezen…

Recent Comments

  • michal on Duncan Watts on common sense
  • Rense on On unsolved sociological questions
  • Gabriel rossman on On unsolved sociological questions

Categories

  • Everything (8)
  • In het Nederlands (1)
  • Other (2)
  • Politics (2)
  • Science (4)
  • SNA with stata (9)
  • Social Networks (27)
  • Social Science (16)
  • Sociology (32)
  • Stata (7)
  • The Netherlands (8)
  • The Universe (2)

Blogroll

  • Brokering the Closure
  • Chris Snijders
  • Code and Culture
  • Orgtheory.net
  • Permutations
  • Social Science Statistics Blog

Links

  • GECS
  • ICS
  • INSNA
  • International Network of Analytical Sociologists
  • Mathematical Sociology Section (ASA)
  • My Google Scholar profile
  • My official UU webpage

Contact

r.corten [at] uu.nl
@RenseC

Subscribe

RSS Feed RSS
©2025 Rense Corten | Design: Newspaperly WordPress Theme